In het Bouwbesluit is slechts de eis opgenomen dat een te bouwen woongebouw met een parkeergelegenheid in het gebouw of buiten het gebouw op hetzelfde perceel, met meer dan tien parkeervakken, leidingdoorvoeren voor oplaadpunten voor ieder parkeervak moet hebben.
Datzelfde is het geval indien sprake is van een ingrijpende renovatie. Hiervan is sprake als meer dan 25% van de oppervlakte van de gebouwschil wordt vernieuwd, veranderd of vergroot. Bovendien moet deze vernieuwing, verandering of vergroting de integrale gebouwschil betreffen. Deze definitie van ingrijpende renovatie sluit aan op de definitie die al eerder op grond van de EPBD (eisen energieprestatie gebouwen) in het Bouwbesluit is opgenomen.
De verplichting geldt alleen als de renovatie (mede) betrekking heeft op de parkeergelegenheid of op de elektrische infrastructuur van de parkeergelegenheid of het gebouw. Er ook bij renovatie sprake van een gebouw met een parkeergelegenheid wanneer de parkeergelegenheid zich op hetzelfde bouwwerkperceel bevindt.
In het Bouwbesluit is wel nog een uitzondering op bovengenoemde verplichting opgenomen. De verplichting voor de aanleg van laadpunten en infrastructuur geldt niet als er sprake is van een ingrijpende renovatie waarbij de kosten van de laadinfrastructuur meer dan 7% van die renovatiekosten betreffen.
Onder de kosten voor de laadinfrastructuur verstaan we de kosten die direct verbonden zijn met de aanleg van de leidingdoorvoeren en laadpunten. Dit zijn kosten voor ontwerp, materialen en installatie van deze laadinfrastructuur. Het gaat niet om kosten die ook zouden zijn gemaakt zonder de aanleg van laadinfrastructuur.
Onder de kosten van de renovatie verstaan we alle kosten voor de renovatie van het gebouw en de parkeergelegenheid. Bij een uitvoering in fasen worden de kosten van de verschillende fasen bij elkaar opgeteld. De kosten voor de aanleg van de laadinfrastructuur worden hiertegen afgezet.