De rookmelder moet altijd worden geïnstalleerd volgens de richtlijnen van de producent. In elk geval moeten daarbij de volgende regels in acht worden genomen. De rookmelder op het plafond te plaatsen. De vrije afstand tussen de rookmelder en de wand moet minimaal 0,5 m zijn. Alleen wanneer de rookmelder wordt aangebracht in een ruimte die smaller is dan 1 m mag de afstand tot de wanden kleiner zijn dan 0,5 m, maar in elk geval groter dan 0,1 m. Indien zich aan het plafond obstakels (zoals balken) bevinden die meer dan 0,15 m onder het plafond of het bevestigingsvlak van de rookmelder uitsteken, dan moeten deze obstakels als ‘wanden’ worden beschouwd, hetgeen betekent dat de melder 0,5 m van het obstakel verwijderd moet zijn.
Rookmelders niet plaatsen op locaties waar luchtstromingen kunnen voorkomen van meer dan 1,0 m/s. Anders gezegd deze niet in de directe nabijheid van een ventilatie- of luchtverwarmingsrooster of raam of buitendeur installeren. Evenmin tussen luchttoevoer en luchtafvoerventiel in geval van een WTW installatie.
Rookmelders ook niet situeren op locaties waar (water)damp kan ontstaan en/of een verhoogde luchtvochtigheid gedurende een langere tijd aanwezig kan zijn (zoals in de directe nabijheid van een douche, badkamer of keuken of bij een kooktoestel. Locaties waar relatief veel damp ontstaat als gevolg van bijvoorbeeld koken, bakken of braden, geven ook een verhoogde kans op vervuiling van de rookmelder. Door vet- en stofaanslag kan de rookmelder minder goed gaan functioneren en is derhalve extra onderhoud noodzakelijk.
Voorbeelden
Indien de verblijfsruimte groot is, de rookmelder liefst centraal in de ruimte ophangen. Daarbij wel een afstand van minimaal 3 m tot een kooktoestel aanhouden.
In geval van kleine verblijfsruimten met een keuken of pantry de rookmelder bijvoorbeeld in de nabijheid van de toegangsdeur van de ruimte hangen. Daarbij een afstand van 0,5 m aanhouden t.o.v. de deuropening. In verkeersruimten de melder centraal in de ruimte plaatsen. Daarbij wel proberen om de afstand tot bijv. de toegangsdeur tot de badruimte zo groot mogelijk te laten zijn.
figuur 8: positie rookmelder nabij kooktoestel en badruimte
figuur 9: in kleine wooneenheden de rookmelder dicht bij de toegangsdeur (ca. 0,5 meter afstand) plaatsen.